08|12 KNELPUNTEN IN DE INTRAMURALE OUDERENZORG EN MOGELIJKE OPLOSSINGEN

Noordoost Brabant, 8 december 2021

Ga bijvoorbeeld ’s morgens eens een kijkje nemen in een instelling voor ouderenzorg in Brabant, of ergens anders in Nederland. Dan ervaar je hoe drukte eruit kan zien. Bewoners zijn bezig met al hun dagelijkse bezigheden en zorgpersoneel rent daartussen heen en weer om te helpen, te coördineren. Maar er is te weinig personeel en de zorg is – soms letterlijk – te zwaar. Mensen in de ouderenzorg zitten met de handen in het haar. Maar de rust en de tijd om dingen anders te gaan doen lijkt te ontbreken. Toch is dat juist wat er nodig is, zo blijkt uit een behoefte-inventarisatie in de Brabantse ouderenzorg.

Het aantal ouderen dat een beroep doet op verpleeghuiszorg neemt steeds meer toe. Ouderen krijgen vaker chronische ziekten, vaker meerdere tegelijk en veel van de ziektes zijn niet dodelijk. Tegelijkertijd speelt er krapte op de arbeidsmarkt in de zorg. Deze ontwikkelingen opgeteld maken dat het steeds moeilijker is om de zorg op het huidige niveau te houden, laat staan te verbeteren. Alleen maar meer geld of meer personeel gaat dit probleem niet tackelen. Er is behoefte aan integrale oplossingen. Zo kan de inzet van technologische innovaties bijdragen aan het verlagen van de werkdruk of werklast en aan het verhogen van de eigen regie van bewoners en zijn of haar kwaliteit van leven. Een integrale, regionale aanpak blijkt daarbij een duidelijke meerwaarde te bieden. Daarom is in de regio Noord-Brabant het project BIZI opgezet: Brabant Implementeert ZorgInnovaties.  

 

Aandachtsgebieden

Een van de belangrijkste pijlers van het BIZI-project is het bepalen van de wensen binnen de verzorgingshuizen, zowel bij de bewoners als de zorgverleners. Wat zijn de knel- en aandachtspunten bij de dagelijkse activiteiten in de intramurale ouderenzorg en welke behoefte volgt hieruit? Die vraag is leidend. Op basis daarvan kan de juiste technologie worden bepaald en ingezet. Daarom is het project gestart met het interviewen van zorgmedewerkers en bewoners plus een literatuurstudie naar algemene behoeften in de intramurale ouderenzorg. Er kwamen een aantal aandachtsgebieden naar voren, om precies te zijn: tien uit het literatuuronderzoek en zevenentwintig uit de interviews. Daarin zijn een paar grote lijnen te ontdekken. De eerste is: de zorg wordt zwaarder, letterlijk en figuurlijk. Er is gewichtstoename bij bewoners te zien, maar ook psychisch zijn er meer klachten. Het personeel krijgt fysieke klachten, met name in de rug. Ten tweede: er is onrust door verstoringen in het werk. Vooral in de vroege morgen is de werkdruk extreem hoog. Op organisatorisch vlak blijkt het maken van goede roosters – zowel voor medewerkers als cliënten – best lastig. Er is ook sprake van te hoge administratieve druk, dubbele rapportages of irrelevante rapportages en geen eenheid in systemen. Daarnaast is het personeelsbestand niet stabiel. Op persoonlijk vlak spelen issues in het aangeven van grenzen. Soms is het lastig om bewoners eigen regie te geven. En een opvallende uitkomst: in veel zorggebouwen komt te weinig natuurlijk licht en dat geeft onrust.

 

Tijd

Opvallend is dat bij het invoeren van nieuwe technieken of processen, de oude werkwijze nog blijft voortbestaan. Er wordt bijvoorbeeld nog veel op papier gerapporteerd. Ook is er behoefte aan eenheid in ICT-systemen, zodat een arts direct kan meekijken met zorgmedewerkers.  Er worden wel hulpmiddelen op ICT-gebied – zoals mobiele telefoon of tablets – ingezet, maar dat zijn vaak persoonlijke ‘devices’. Liever heeft men hulpmiddelen van de organisatie. Randvoorwaarden, zoals bijvoorbeeld goede wifi, blijken niet altijd voor elkaar. Daarnaast hebben de teams in de Brabantse ouderenzorg behoefte aan betere begeleiding bij – en meer tijd voor! – het in gebruik nemen van nieuwe middelen. Maar vooral ook daarna.

 

Impact

Een van de belangrijkste conclusies uit de interviews en de literatuurstudie is dat zorgorganisaties technische innovaties moeten zien als veranderingen in proces, mensen en infrastructuur. Het vraagt langere tijd voordat oude gewoonten verdwijnen en nieuwe manieren van werken gemeengoed zijn. Daarbij moeten organisaties zich dit goed beseffen: het oude en nieuwe proces naast elkaar laten lopen is nog kostbaarder dan alleen het oude proces laten voortbestaan! Met andere woorden, de impact van technische innovaties op zorgorganisaties moet niet worden onderschat. BIZI heeft daar aandacht aan besteed tijdens het event ‘Van inspiratie naar innovatie’ op 22 september in Vught. Meer informatie daarover is te vinden op de website van BIZI

 

Vervolg

Andere vervolgstappen die worden aangeraden voor de Brabantse ouderenzorg zijn het instellen van regionale focusgroepen om prioriteiten te bepalen (waar zit de grootste pijn?, waar liggen de snelste effecten?) en om mogelijke middelen te inventariseren. Tijdens het BIZI-event werd daar al een aanzet voor gegeven door middel van een ‘innovatiemarkt’ waar verschillende oplossingen werden gepresenteerd. Op basis van de uitkomsten uit de focusgroepen kunnen projecten worden gekozen en plannen en uitvoering worden bepaald. Zodat de zorg straks minder hectisch wordt voor personeel en bewoners, en niet alleen ’s morgens.

Auteur : Leendert Douma