22|10 BRABANT VINDT INSPIRATIE VOOR ZORGVERNIEUWING

Auteur: Leendert Douma

Kan regionale samenwerking het smeermiddel zijn voor het doorvoeren van innovaties in de zorg? En hoe pak je dat dan aan? Tijdens het event ‘Van inspiratie naar innovatie, capaciTIJD voor en door technologie’ van BIZI (Brabant Implementeert Zorgtechnologie Innovaties), op 22 september in Vught, kwam een staalkaart aan oplossingen en ideeën voorbij. Die varieerden van de juiste mindset door werkgeluk, via handreikingen voor netwerksamenwerking tot hele praktische tips voor de implementatie van technologie. De belangrijkste conclusie? ‘We moeten het samen doen.’

Er is een capaciteitsissue in de zorg. Als we niets doen, moeten we inleveren op kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg. Alleen de focus op de arbeidsmarkt lost de grote problemen in de zorg niet op. In de regio Noordoost Brabant was behoefte aan inspiratie voor nieuwe projecten om te werken aan capaciteitsproblematiek binnen de VVT. Een inventarisatie op de werkvloeren leidde tot een rapport dat binnenkort verschijnt en tot dit event in Hotel Van der Valk in Vught.

Suit Supply

De aftrap voor ‘Van inspiratie naar innovatie’ werd verricht door Menno Lanting (www.mennolanting.nl), auteur van boeken als ‘Connect!’ (managementboek van het jaar), ‘De slimme organisatie’, ‘De disruptie paradox’ en meest recent ‘Uit het transformatiemoeras’. Lanting sprak in Vught over de digitale informatieparadox en had een aantal lessen voor succesvolle innovaties. Maar eerst vroeg hij zich af: wat is innovatie? Hij ziet het als de match tussen technologie en een nog niet opgelost probleem. Dat kan op een heel klein, alledaags, soms psychologisch niveau zijn. De oprichter van Suit Supply ontdekte dat bijvoorbeeld, en zorgde ervoor dat mannen niet langer meer op hun vrije zaterdag de drukke stad in hoefden om zich een pak aan te laten meten. Lantings eerste les was: implementatie is timing. Wees niet te vroeg – je hoeft niet de allereerste te zijn – maar zeker ook niet te laat. Want technologie verandert voortdurend en innovaties zijn een schakel van toevalligheden. Het verloopt altijd chaotisch. Lanting waarschuwde ook om niet teveel te focussen op technologische veranderingen alleen. Die lopen misschien sneller dan sociale, organisatorische of politieke veranderingen, en mensen hebben vaak de neiging om ze daarom te zien als makkelijke oplossingen – of zelfs als een ‘escape’ om niet de organisatie te hoeven veranderen, want dat is echt werken en niet leuk. Menno Lanting: “De hamvraag is: Doe je aan innovatie of ben je een innovatieve organisatie?” Of zit je in een innovatief netwerk of ecosysteem, want dan kun je tegen de zogenaamde ‘organisatieparadox’ aanlopen. Lanting liet zien dat echte vernieuwing een chaotisch en adaptief proces is, maar een organisatie streeft juist naar stabiliteit en overzichtelijkheid. Die denkt in stafafdelingen en schema’s. Dat wringt met het hybride innovatie-denken. Sommige organisaties proberen dat op te vangen door het instellen van innovatieafdelingen waar de ‘vrijdenkers’ hun gang mogen gaan, maar dat is geen wezenlijke oplossing, vindt Lanting. Hij benadrukte het belang van innoveren in een netwerk, zodat je toegang hebt tot elkaars expertise. Info, inzichten, kansen krijg je alleen als je een relatie aangaat. Hij waarschuwt wel voor vrijblijvendheid bij netwerken: “Doe meer dan mondelinge overdracht. Leg de kennis vast, anders verdampt het.” – Daarom ook dit verslag 😉

Vrijblijvendheid ligt ook op de loer bij technologische transformaties. Daarom stelde Menno Lanting een gulden regel voor: Voor elke nieuwe tool, digitale oplossing of procedure moet je stoppen met minimaal één oude! Als je geen oude werkwijze kunt vinden om mee te stoppen, kun je je afvragen wat de waarde van de nieuwe oplossing is. Dit soort beslissingen kunnen best lastig zijn, maar dat is ook de bedoeling, vindt Lanting. “Innovatie moet een beetje ‘messy’ zijn, een beetje krassen, pijn doen zelfs. Als het niet voelbaar is, heeft het geen impact.”

Netflix

Presentator van het event was Jim Stolze (www.jimstolze.nl), een van de twaalf TEDx Ambassadors wereldwijd. Hij nam het publiek vervolgens mee in de wereld van datagebruik en artificial intelligence (AI). Dat is helemaal niet eng en abstract, zo betoogde hij. Hij draagt het letterlijk op de huid, in de vorm van een ring die onder andere zijn hartslag, ademhaling, beweging en slaapfases meet. De ring stuurt al die data naar zijn telefoon. Maar vervolgens moet je daar iets mee. “Alleen maar data verzamelen is de valkuil bij digitale transformaties”, aldus Stolze. Als voorbeeld van slim gebruik van data noemt hij streamingdienst Netflix. Die zet het digitaal aanbieden van films in om hele essentiële inzichten te vergaren (wanneer kijkt iemand een film uit? waarom gaat iemand een serie bingen?). Die inzichten worden weer verwerkt om nieuwe content aan te bieden of te ontwikkelen. Die feedback-loop heeft Netflix ook weer geautomatiseerd. Deze vorm van ‘machine-learning’ is een van de technieken die onder het containerbegrip AI vallen, legt Stolze uit. “Het zijn technieken om machines slim te laten KIJKEN”, benadrukt hij, “het blijft altijd knowledge without understanding.” De technieken worden wel steeds geavanceerder. Via bijvoorbeeld ‘deep learning’ kunnen computers al uit de voeten met ongestructureerde data. Generatieve programma’s voor tekst en beeld kunnen worden gebruikt voor bijvoorbeeld deep fakes of de computer zelf journalistieke artikelen te laten schrijven. (Dit verslag is nog geschreven door iemand van vlees en bloed.) Voor wie door de bomen het bos niet meer ziet, raadde Stolze aan om de gratis online Nationale AI-cursus (www.ai-cursus.nl/) te volgen. Die is er ook speciaal voor AI in de zorg. Daarin komen onder andere beeldherkenning, spraakherkenning en sociale robots aan bod, maar ook de randvoorwaarden voor succesvolle implementatie.

 

Marktplaats

Voorafgaand aan het event in Vught heeft een inventarisatie plaats gevonden onder zorgmedewerkers. Zij werden bevraagd over de knel- en aandachtspunten op de werkvloer. Om de deelnemers verder te informeren werd tijdens de hele ochtend markt gehouden in de plenaire zaal. Er was een stand van TONOS-Care (tonos-care.nl/) met een planningstool waarin mensvriendelijke AI wordt ingezet om te zorgen dat medewerkers meer invloed kunnen hebben op het roosteren, maar daar ook minder tijd aan kwijt zijn. Zo kunnen ze beter inspelen op de behoeften van bewoners. Er is behoefte aan meer natuurlijk licht in zorggebouwen. Daarvoor was Sparckel (www.sparckel.nl/) aanwezig, zij bieden oplossingen voor biodynamisch licht dat de kracht van daglicht evenaart. Zorgrobot Tessa van Tinybots (www.tinybots.nl/) liet op de markt zien hoe zij bijvoorbeeld een reminder kan geven voor een bepaalde handeling of actie. Laevo Exoskelet (www.laevo-exoskeletons.com/) kan ondersteuning bieden bij klachten in de onderrug. De InMu (www.inmutouch.nl/) zorgt voor momenten van rust en vreugde voor mensen die het nodig hebben. Medewerkers gaven aan dat er qua ICT ook aandacht nodig is voor de infrastructuur en randvoorwaarden voor technologische innovaties. Esghro (www.eshgro.nl/) begeleidt organisaties in hun digitale transformatie en helpt met het inrichten van slimme werkplekken. Op de markt lieten ze zien hoe. Ook de begeleiding bij innovaties is van belang. Techadoptie (www.techadoptie.nl/) vertelde de bezoekers daar mee over.

 

Experiment

Na de pauze werd in vijf sessies ingegaan op voorwaarden voor en voorbeelden van succesvolle implementatie van innovaties. Jorie Akkermans, divisiemanager gastvrijheid/directeur zorg en behandeling bij van Neynsel (www.vanneynsel.nl/). Zij vertelde hoe daar wordt gewerkt aan sociale cliënt benadering bij mensen met dementie. Daaraan ging langdurig onderzoek vooraf naar de leefwereld van hun en hun naasten, door professor Anne-Mei The. De behoeften van cliënten en naasten en het klassieke aanbod strookt niet helemaal met elkaar, er ligt teveel nadruk op medische begeleiding en zorg. Van Neynsel bedient in de nieuwe manier van werken drie domeinen, het psychologische, sociale en medische. Uit de leereffecten van de Social Trails zijn er werkwijzen ontstaan die ook intramuraal goed werken. De werkwijze is theoretisch onderbouwd door de Sociale Benadering Dementie van initiatiefnemer Anne Mei The. Er  wordt nu al een positief effect gemeten op kwaliteit van leven, de arbeidsmarktproblematiek anders aangevlogen door een verminderde inzet van verzorgenden en het heeft  een positief effect op kosten.

 

Relatietherapie

Michel Peters, directeur van Growtivity! (www.growtivity.com), had een belangrijke tip voor de deelnemers: ‘Ga in relatietherapie!’ Bij succesvolle innovatie in de zorg staat de driehoeksrelatie tussen cliënt, medewerker en techniek centraal. “Maar de verbinding tussen het sociale systeem en het technisch denken ontbreekt te vaak”, aldus Peters. Technische normen worden vaak vastgelegd in service level agreements (SLA’s), maar sociale principes niet in XLA’s: experience level agreements. Design-denken kan helpen dit te overbruggen door bijvoorbeeld een droom te visualiseren, te werken met beelden in plaats van woorden en door co-creatie met cliënten – Michel Peters werkte jarenlang bij Siza en kon veel voorbeelden van dat laatste laten zien. Dat vraagt om creatief denken, buiten je comfortzone, en dat schuurt nog weleens met de huisregels binnen een zorgorganisatie. Je moet samen naar een nieuwe status quo, concludeert hij. Dat is te doen, maar dan ontstaat eerst chaos. Accepteer die chaos! “Deze geleerde lessen passen we met succes toe bij de implementaties van Growtivity-oplossingen”, aldus Peters. 

 

Beproefd middel

Eric Wolkotte is directeur bij de Technologie & Zorg Academie (TZA – www.tza.nu), een regionale coöperatieve vereniging van gemeenten, zorgaanbieders, opleiders en verzekeraars. Het is een beproefd middel om zorgtechnologie in de praktijk te introduceren en te implementeren. Dat gebeurt nu al in vier regio’s: TZA Twente, TZA Achterhoek, TZA Drenthe en TZA IJssel-Vecht en daar komen nog meer bij. De organisaties dragen bij aan acceptatie en adoptie door middel van een waaier aan praktische oplossingen. Er is een probeerservice met online reviews van bijvoorbeeld GPS-trackers of medicijndispensers. TZA verzorg daarbij een meerwaardetoets per product of oplossing. Er worden kennisfestivals georganiseerd, inclusief Virtual Reality-tours. Er zijn trainingen en tech-ambassadeurs. Twee van de belangrijkste succesfactoren zijn de inbedding in de regio, waardoor er ook een sterke sociale component is, en de coöperatieve vorm – waardoor er niet één ‘probleemeigenaar’ is, maar vele betrokkenen. De TZA wil zich hard maken om landelijk beter inzichtelijk te maken welke innovaties succesvol zijn en wat die uiteindelijk financieel opleveren. Waar mogelijk willen ze hierin samenwerken met onder andere VWS en Vilans, vertelde Wolkotte tot slot.

 

Bevlogenheid en geluk

“De weg naar duurzaam succes gaat via geluk”, stelde Guy van Liemt, executive director bij Erasmus Happiness Economics Research Organisation (EHERO – www.eur.nl/ehero) in zijn sessie over het rendement van geluk als sociale werkinnovatie. “Geluk schept ruimte voor jezelf, dus voor creativiteit en innovatie en ruimte voor anderen, dus voor samenwerking. Het geeft plezier en er is winst te behalen.” Maar als het gaat om werkgeluk, dan valt er in Nederland nog een wereld te winnen. Uit onderzoek blijkt dat gemiddeld maar 12 tot maximaal 20 procent bevlogen aan het werk is. Dat is niet veel. Teveel mensen denken aan werk nog louter als transactie of noodzakelijk kwaad, aan ego en status, en nog te weinig zien het als een kans om te groeien als mens en als professional, om anderen te helpen en relaties met andere mensen te ontwikkelen. Er zijn allerlei manieren om werkgeluk te bevorderen, bijvoorbeeld door het samenstellen van evenwichtige teams waarin verschillende de sterke kanten ten volle aan bod komen, door coachend leiderschap (denk aan het Totale Mens Principe van bondscoach Louis van Gaal) en door werk en privé beter te integreren.

 

Zorglogistiek

Lector logistiek & allianties bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) Dennis Moeke ziet zichzelf als ambassadeur van het logistieke vakgebied met een speciale interesse voor zorglogistiek. “Daarin zijn nog enorme stappen te zetten”, stelde hij, maar presenteerde ook drie successen waarvan de VVT kan leren. Zo bleek dat door data-gedreven capaciteitsplanning het roosteren in de thuiszorg veel slimmer kan. Zowel de wacht- als reistijden kunnen flink worden gereduceerd. Door de beschikbare capaciteit in een verpleegsetting slimmer te verdelen over de dag, kunnen de wachttijden in de ochtend worden teruggedrongen van ruim dertig minuten tot zo’n tien minuten. Een ander voorbeeld dat Moeke aanhaalde is dat in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) tijdens de tweede COVID-golf juist méér reguliere operaties zijn uitgevoerd, doordat zorglogistieke experts ‘in the lead’ waren. Tot slot wees Moeke op het concept Buur&Zo, waarbij gebruik wordt gemaakt van  buurtconciërges. Deze buurtconciërges leveren goederen (zoals was, medicatie, maaltijden) aan kwetsbare burgers in de wijk en houden tegelijkertijd een extra oogje in het zeil. Ze hebben korte lijntjes met het sociale wijkteam. De basis is telkens: de juiste data en de juiste digitale ondersteuning. Dat klinkt simpel, maar er zijn nog heel wat uitdagingen, zo liet Moeke zien. Als voorbeelden noemde hij onder andere bureaucratie, standaard ICT-systemen, stroperige organisaties en te weinig kennis en daadkracht.

 

Voorlopers

Na de lector was het de beurt aan practor Tech@doptie Sjors Groeneveld, van het gelijknamige practoraat bij Rijn IJssel & ROC Nijmegen. In de plenaire zaal liet hij de verschillen zien in het omgaan met vernieuwingen tussen bestuurders en de werkvloer. Bij medewerkers spelen thema’s als angst om hun baan kwijt te raken, zorgen of technologie de patiënt wel ten goede komen, tijdgebrek om echt te leren werken met technologie, gebrek aan goede ICT-ondersteuning (die het liefst deel uitmaken van het team) en iets wat Groeneveld ‘contextnuance’ noemt: na één pilot wordt een innovatie in de hele organisatie ingevoerd, terwijl elke afdeling zijn eigen issues heeft waar aparte oplossingen bij horen. Groeneveld pleitte voor het instellen van ambassadeurs of voorlopers binnen de organisatie die voorbeelden kunnen geven, vertrouwen bieden, voorlichten en verbinden. Om technische innovaties in goede banen te leiden, heeft hij samen met zijn team en studenten een handig bordspel ontwikkeld. En dat is eigenlijk wel symbolisch voor alles wat er op 2 september werd besproken:  als het gaat om (technische) vernieuwing, is het misschien wel het beste om gewoon samen om tafel te gaan zitten. 

 

Bomvol

“Dit gaat ons werk echt veranderen”, concludeerde Jacqueline Joppe, voorzitter van netwerk BIZI, tot slot. “Daarom is het goed als onze visie en waarden helder zijn. Deze dag heeft daaraan bijgedragen, niet alleen door abstracte inspiratie maar ook door praktische tips. Ik zit bomvol ideeën voor deze regio.”